vrijdag 27 februari 2009

you're kidding, right?

Humor. Een concept waar ieder zo zijn opvatting over heeft. Eigenlijk zijn er gewoon enkele basisprincipes die altijd werken.

-Ergernissen
De ruwe inhoud. Dram door over een simpele, banale ergernis, liefst een waar je niet meteen bij stilstaat. Type-opmerkingen, gewoontes, verpakkingen, herkenbare situaties, menselijk falen,...
Om af te sluiten:
a) geef er een absurde draai aan, overdrijf
b) vergelijk met iets gelijkaardig in een gans andere situatie ('percies alsof...')
c) shockeer
d) blijf doorlullen tot je aan een nieuwe ergernis uitkomt

-Tempo
Laatst zag ik in Comedy Casino Cup iemand heel zijn act afdrammen als een opstelletje. Fout. Tenzij je het zo bedoelt. Tempowisselingen verscherpen de aandacht van de toeschouwer, omdat verandering nu eenmaal dat effect heeft. Bij een plotse versnelling zullen die met het snelste brein vroeg lachen, daarmee de iets trageren van geest uilokkend om anticiperend te lachen. Ze zullen ze op korte termijn wel snappen, maar willen niet onderdoen voor hun snellere medemens. En als ze het dan toch niet snappen, dan heb je gewonnen. Zo kunnen matig humoristische mensen toch een hoop mensen aan het lachen krijgen.

-De flauwe grap
Die werkt best als dessert bij een andere, meer uitgewerkte grap. Of je kan ze plots volledig los plaatsen en 'hohoo'-lachers de rest laten doen. Mislukt ze, dan mag je ze proberen redden, afhankelijk van waar uw krachtpunten liggen (ben ik onnozel of een shocker). Pro's wenden vaak een flauwe grap aan als themawissel ('speaking of...')

-Mimiek/gesticuleren
Bij het overbrengen van een boodschap is wat je zegt maar voor 30% belangrijk, 70% komt op het conto van uw lijf. Dit wil niet zeggen dat je moet bewegen als een gek om grappig te zijn. Contrasten werken vaak het best. Mensen die met een uitgestreken gezicht complete waanzin verkondigen, bijvoorbeeld (zie: Stephen Colbert!).

-Inleving
Het moeilijkste aspect van humor. Dit komt in grote mate neer op uw vermogen tot aanvoelen van de toehoorder. Hier gaan velen de mist in, vaak hun leven lang. Als je geen benul hebt van wat de ander denkt, dan kan je niet inspelen op diens lachspieren. Dit is bij een één-op-één situatie, of bij meerdere gelijkgestemden. Is de groep heterogeen, dan moet je voor de grootste gemene deler gaan, maar dan in gemiddelde. Wat? Scherpe en platte moppen door elkaar gebruiken, dus.

-Timing
Hangt vast aan inleving. Zonder timing is er geen humor. Verschrikkelijk lastig om onder de knie te krijgen (typ : ga jarenlang op café, maar dan niet steeds hetzelfde). Valt veel over te zeggen, maar ik denk gewoon dat het niet iedereen gegeven is.

-Overdrijven
Gewoon de grenzen van wat algemeen aanvaard/verwacht wordt aftasten en er dan over gaan. Ga je er ver over, dan shockeer je. Let op: er treedt hier gewenning op. Als je veel shockeert, dan zwakt het shock-effect af. Tenzij je steeds erger shockeert, natuurlijk.

-Aanwezig zijn
Jezelf betrekken in de grap, je zwak of gespeeld sterk tonen, relativeren of net een stijfkop zijn. Wat je het best past, maar toon je betrokkenheid. Verlaag je niet tot een 'meningmens' ('Ik heb er gelezen dat...' ''t Is toch wel erg dat...').

Facultatief:

-Verwarring zaaien
'Huh? Is hij nu serieus?' Ruimte laten voor interpretatie, dus ('bedoelt hij dat nu zo?')

-Publiek gebruiken
Zoek iemand uit die duidelijk niet kan volgen en laat hem/haar zweten

-Geen steek houden
Een zeer moeilijke vorm van humor. Vergt volharding in de onzin, want glijdt anders af in los gezever.

-Specialiseren
Houdt u aan bijvoorbeeld: gedichtjes, geluidjes, typetjes, attributen,... Soms combineerbaar.

-Brand stichten
Niets trekt beter de aandacht dan een plots opflakkerend vuur.


Dit voorgaande is mijn persoonlijke opvatting van humor en kan dus dik mis zijn. Maar kom, heel veel van wat grappig is, vindt hier zijn grond in.

Volgende week: macramé voor beginners.

Geen opmerkingen: