dinsdag 11 december 2007

van slag aan de slag

Nogal onverhoopt eigenlijk, kreeg ik alsnog een telefoontje. Contractvoorstel !? Hoezee! Hele werkdagen heb ik intussen bijeengedroomd. Van stress, over volharding tot de mooie collega's, alles is de revue gepasseerd. Dit idealistische beeld zal ongetwijfeld snel vervagen. Zodanig was ik van dat telefoontje van de wijs, dat ik met mezelf geen blijf meer wist. Dus trok ik mijn rode loopschoentjes aan en zette het op een lopen. 8 kilometer later wist ik plots wel met mezelf een blijf: de zetel. Nu, daags nadien, tsjok ik rond als een bejaarde, met een zere heup, vloekend op het werkloze tuig. Ze moeste godverdoeme beschomd zaan!

maandag 12 november 2007

Hmm. Bwa, negeer dit maar

Eens proberen over voetbal te schrijven. Mijn haat voor Engels voetbal is zo stilaan welbekend. De redenen daarvoor zijn velerlei. Ten eerste bewijst hun nationale ploeg dat hun competitie enkel interessant is door de massale hordes buitenlanders, en niet in het minst Fransen, die hun ploegen doen draaien. Zet daar tegenover bijvoorbeeld Spanje of Italië, en er hoeft zelfs niet gediscussieerd te worden. Is de Engelse competitie wel zo goed als beweerd wordt, trouwens? Ze krijgt gewoon veel meer 'exposure'. Wij zijn daar het slachtoffer van omdat we nu eenmaal in't algemeen beter Engels kunnen dan pakweg Spaans of Italiaans. Om maar van het media-evenement Beckham te zwijgen. Die kerel kan een voorzet geven, en soms een vije trap. Wauw.

Ze zijn ook verantwoordelijk voor een jammerlijke evolutie in het voetbal: groter, sterker, fysieker,... 'Zolang we athleten met een minimum aan techniek op het veld zetten, komt het wel in orde'. Zelfs Vercauteren predict de dood van het technsch voetbal: 'Alles is fysiek, mentaliteit,...Onnozele hakjes doen u geen match meer winnen'. Waarom ligt hij dan nu op straat? En waarom sprak iedereen in april-mei vol lof over het flitsende, technische spel van Anderlecht? En waarom is iedereen nu zo lyrisch over Cercle? Gezever, dus, Franky. Ik ga niet ontkennen dat ze in Spanje en zeker Italië ook fysiek onderlegd zijn, maar daar primeert het nog niet. Een uitzondering op de regel in Engeland moet wel Arsenal zijn, dat zonder Henry zo mogelijk nog frivoler voetbalt. Dank u daarvoor, Arsène en co.

Wat haat ik zo nog. Ha, hun doorgedreven winstbejag. De FA heeft zonet voor 200 miljoen euro aan tv-rechten gesleten in Azië. Rijke, vaak corrupte, buitenlanders kopen er ploegen voor hun eigen prestige. Ga maar eens naar een site van een Engelse club en ze zwaaien je om de oren met een lidmaatchap, exclusieve tv-beelden en andere betalende bucht. In Nederland, waar zo toch altijd iets voor zijn op ons, gaan er stemmen op zo veel matchen achter de decoder te krijgen. En natuurlijk pikken ze dit bij Belgacom ook op.

Btw: Voor eens en voor altijd, beste Filip Joos: als de bal de goal kruist en naast gaat, dan is ie voorlangs. Want hij is 'langs voor de goal' gepasseerd. Gaat de bal echter naast de paal buiten zonder dat ie voor het doelvlak is gekomen, dan is die bal stomweg 'naast'.

maandag 5 november 2007

Kurkuma godbetert

Laat ik het relaas doen van een weekje ziek zijn. De aanloop lag in de Orval en de 2 Gueuzes te veel in Het Eiland, het café u welbekend. Mijn maag had die avond al vaker te kennen gegeven dat trop te veel was. Nu hebben mijn maag en ik een gentlemen's agreement om zulke disputen een nachtje te laten rusten, om dan in overleg met de darmen de nodige stappen te ondernemen. Dit akkoord werd echter schandelijk en eenzijdig verbroken door mijn maag die me bewust uit mijn roesslaap wekte met de melding: 'ik moet wat kwijt en wel nu'. Ik kon dit niet meer slikken, dus moest ik noodgedwongen instemmen. Wat ik vervolgens uitbracht, was met voorsprong het zuurste dat ooit mijn lichaam verlaten had. Mijn tanden, die nochtans nauwelijks in contact kwamen met de giftige uitstoot, leken achteraf zelfs deels weggesmolten.

Een dagje vol vreemde wisselwerkingen tussen hoofd, keel, maag en gewrichten was vertrokken. Het bleef echter perfect leefbaar. Aspirientjes slikken en vooral veel slapen. Des woendags was het dan ook al een stuk beter, afgezien van wrange gewrichten en sporadisch wat hoofdpijn.

Donderdag leek de bui al helemaal over, ware het niet dat een lichte keelpijn voor een amper hoorbare valse noot zorgde. Enkele pastilles later zal het wel gedaan zijn. In mijn jeugdige overmoed nuttigde ik zelfs een Cimay en zegde toe om Fred te helpen verhuizen.

Vrijdagochtend 6 uur. Mijn keel staat in brand. Auwie! Ik trek plichtsbewust naar de dokter, die me meer van dezelfde, inefficiënte pastilles voorschrijft. 'Drink vooral veel thee met honing en citroen'. Wat een profetische woorden! Ik ben immers getransformeerd in mijnheertje Theelepel. Alles wat níet thee met honing en citroen is, brandt. Ik heb vandaag twee keer mijn pijngrens afgetast door twee keer vast te eten. Zelfs spinazie brandde! Tegenover mij staat nu de derde theepot, bijna leeg. Groene thee, ijzerblad, eucalyptus, meidoorn, zoethout tot zelfs kurkuma godbetert! Het komt mijn oren uit... Echt. Hopelijk morgen beter.

maandag 15 oktober 2007

Onnozelator

Ik doe niet graag moeite. Om te beschrijven wat tussen de lijnen zit. Het is er toch, ongeacht welke letter nu de andere zal volgen. Het is sowieso verloren moeite, maar daar draait het nu eenmaal om. Waarom steken we zoveel moeite in sommige dingen? Wanneer begint iets nut te hebben? Zit ik hier nu de zoveelste drammerige tekst te schrijven over weemoed en angst voor veranderingen? Wie heeft er baat bij om iets te lezen wat hij of zij zelf al weet? Het zijn zulke nutteloze vragen die vervagen zullen met de tijd. Menselijke communicatie is een raar beestje. Het is gewoon ontoereikend voor sommige diepe emoties. Neem daar nog bij dat we ons de hele tijd verbergen achter een muur van clichés. Een muur die pas bezwijkt op rampzalige momenten. Of na liters bier. Het lijkt wel of de mens die gesprekken moedwillig uit de weg gaat, hoewel men er heimelijk naar snakt. Zo loop je steeds gebukt onder kilo’s emotionele bagage. En de vracht groeit gestaag aan tot dat ene ontladende moment, de onverwachte rake babbel, die zo stomweg kan losbarsten als een bergrivier gevuld met smeltwater. Daar zit je dan, als een onnozelaar je diepste gedachten te spuien, in een toestand tussen lachen en huilen. Huilen door de bruuske overgang naar emotionaliteit en lachen met je eigen dwaze kop omdat je zolang onnodig hebt gezwegen. Die emotionele emmer elke dag leeggieten, daar zijn we niet toe in staat. Hoe zou het met de mijne staan… Die valt al eens om op een leeg blad. Maar steeds komt de vraag bovendrijven waar ik nu precies naartoe wil. Ik sta immers op het punt om aan het gewone leventje te beginnen, op naar het werk, vol gewone mensen die bijna allen van zichzelf niet beseffen hoe onnozel ze wel zijn. Ik wil diegene zijn die dat masker afneemt. Die met een fikse ruk die laag verwijdert en ze voor het voldongen feit stelt dat ze, net als u en ik, volstrekt onnozel zijn. En dat ze dat ook schaamteloos mogen zijn! Los daarvan koester ik geen enkele noemenswaardige ambitie. Uiteraard wil ik geld, een leuke partner en zeeën van tijd, maar dat is enkel normaal. Helaas, veel jobaanbiedingen voor onnozelator zijn er niet de laatste tijd. Verwar alstublieft onnozel niet met onverschillig. Door iets luchtig op te vatten wil dit helemaal niet zeggen dat je de ernst van de zaak niet aanvoelt.

Aha, de goede mensen van Fortis hebben zopas beslist om zich te weerhouden van mijn geniale inbreng. Laat ze zich maar wentelen in hun waan dat ze mij doorgrond hebben. Net zoals ik me wentelde in de waan dat het in kannen en kruiken was. Wat heerlijk naïef van mij. Alweer een val waarin ik niet gauw meer zal trappen. Welaan, ik voel me plots een pak meer ervaren, volwassen en zomeer. Deze kleine knauw in mijn zelfbesef is zo futiel dat ik het aanvoel als een muggenbeet van een wel zeer kleine mug.

Maandagen zijn, zo merk ik toch, steeds meer een broedplaats voor goede voornemens. Ze komen er samen om zich te nestelen, uit te breiden, om dan later in de week plots weg te vliegen naar oorden die ik niet wil bezoeken. Wat is het toch vermoeiend, steeds weer van nul beginnen. Het weekend is weer vervlogen als een valwind, herinneringen zijn volledig willekeurig opgeslagen en de lever heeft op volle toeren gedraaid. Ik heb me schitterend geamuseerd, met de gedachte dat dit wel eens de laatste werkloze week kon zijn. Nu zit ik weer te Sukkelstraat, 1, vragen rijzen en bedwelmen de ‘normale’ gang van zaken. Hoe vul ik in hemelsnaam de tijd? Thesis… Mijn nemesis van het voorbije jaar is ontwaakt uit zijn korte slaap aan de Turkse Middellandse Zeekust. Nu hoor ik hem voortdurend grommen in de kelder. Ik ga niet graag in de kelder. Ik weet dat ik hem kan verslagen, maar ik heb geen zin in die lange, bij voorbaat gewonnen strijd. Het leven zelf heeft ook zulke aspecten. De voorspelbaarheid is zo groot dat het allemaal soms zo onnodig lijkt. De mens heeft er eeuwen over gedaan om alles zo goed mogelijk te kunnen voorspellen. Omdat voorspelbaarheid gemoedsrust biedt, neem ik aan. Wel, is het dan niet puur menselijk dat ik steeds nieuwe onvoorspelbaarheid opzoek? En dat ik bijgevolg slechts matige interesse toon voor al wat al vastligt? Ik hoef de retorische vraag eigenlijk niet te stellen. Het antwoord is immers voorspelbaar.

Mijn god, wat een hoop gezwets is het toch allemaal. Zo, mijn waarde lezer, kan ik dus hele dagen piekeren. Het is nergens goed voor, denk ik. Ik kom immers geen meter vooruit. Het probleem is simpel, nochtans. Organisatie! Structuur! Doortastendheid! Hoe maak je dat aan? Ha, we zullen wel zien. Ziedaar, de clichémuur is zich al aan het herstellen.

P.S. Lees ook eens 'Deken van Sneeuw' van Craig Thompson en u zal zien waarom ik plots zo volgelopen ben.

donderdag 4 oktober 2007

De lotgevallen van Doelman Dida

De lotgevallen van Doelman Dida:

11-09
Doelman Dida wandelt door de tuin. Hij komt in botsing met een dolgedraaide bromvlieg. Ze treft hem vol in de ribbenkas. Doelman Dida wordt 3 meter door de lucht geslingerd en komt daarbij onzacht in aanraking met een mug evenals verschillende stofdeeltjes. Kermend valt Doelman Dida ter aarde. Aldaar wordt hij nog nagetrapt door een mier.

12-09
Doelman Dida wordt 's ochtends wakker. Licht treft hierbij zijn netvlies. Kermend draait Doelman Dida zich om en slaapt verder.

14-09
Doelman Dida dwaalt door de stad. Het begint zachtjes te miezeren. Voor Doelman Dida het goed en wel beseft wordt hij gebombardeerd met ontelbare waterpartikels. Kermend begeeft Doelman Dida onder de druppels. Hij scheurt daarbij zijn eilandjes van Langerhans.

17-09
Doelman Dida bekijkt The Lion King. Hierbij wordt hij geraakt door het schielijk overlijden van Simba's vader. Kermend valt Doelman Dida uit zijn zetel, met tot gevolg een blessure aan zijn linkerbuis van Eustachius.

20-09
Doelman Dida bekijkt een mooie vrouw. Die werpt een blik terug. Kermend zet Doelman Dida het op een lopen en ontsteekt daarbij zijn blindedarm.

23-09
Doelman Dida gaat grote miserie. Helaas, hij krijgt de laatste slag. Kermend grijpt Doelman Dida naar zijn gelaat en ontwikkelt hierbij jeuk aan zijn lymfevatenstelsel.

etc...

woensdag 3 oktober 2007

Waarschuwing :Onsamenhangend als een tros druiven!

Hans Van Temsche, Maddie McCan, Paris Hilton, ... Is er dan echt niets interessants meer aan het gebeuren? De nieuwste kledingrage bij kabouters (weg puntmuts, hallo bolhoed). Of is er een fusie op til tussen Disney en General Motors ('to the mouse-mobile!')? Tel daar nog eens bij dat ik godbetert mijn intresse in voetbal begin te verliezen, gezien de prestatie van onze vaderlandsche gloriën. Zwijg me van de nieuwste kutploeg uit Engeland. Fucking Engelsen, ze stijgen met stip in mijn lijst van meest gehate volkeren. Engeland, uitvinders van het concentratiekamp, de immerwederkerende wits in hun kranten (pun always super-intended), steeds varkens in het buitenland, een compleet ongegrond superioriteitsgevoel,...

Gelukkig is er hun comedy en hun bands.

Wat een compleet nutteloze en onsamenhangende tekst.

Ewel, ik zal een waarschuwingsschot invoeren.

donderdag 23 augustus 2007

Bedoeïnen?

De sjamaan depte het zweet van zijn voorhoofd. Zijn profetiën kwamen normaal als bij wonder steeds uit. Deze keer was het echter al een eeuwigheid geleden dat het volk nog te eten had gekregen. Zijn positie kwam in het gedrang. Hij wist dat hij perfect inwisselbaar was voor een andere, meer ambitieuze charlatan. Zo is het leven nu eenmaal als je afhankelijk bent van de grillen van de goden. Hij waarde angstvallig in het rond. Elke blik die de zijne kruiste leek wel vijandig. Het volk morde steeds luider, en hoewel ze voorlopig bleven staan, voelde hij hen steeds naderbij. Hij begreep hun onrust maar al te goed. Hij had hen vers voedsel beloofd bij het eerstkomende nachtlicht. Maar de komst van - en het nachtlicht zelf- bleven uit. De wijzen uit de stam probeerden al eonen om de komst van het licht accuraat te voorspelen, maar zonder succes.

Het morren werd steeds luider. Hij ontwaarde gevloek in de achterste rangen. Weldra zou de meute aggressief worden. Met de moed der wanhoop stak hij een laatse smeekbede aan: "Oh machtige God, aanhoort dit gebed! In alle nederigheid onderwerpen wij ons aan Uw goeddunken! Wij koesteren ons in Uw aanschijns, oh Almachtige. Laat op ons nederdalen het voedsel der Goden, Uw mana dat leven brengt!"

Het volk verstomde onder zijn geweeklaag. De blikken waren vol spanning omhoog gericht. "Oh weledelgestrenge Heer, toon ons Uw genade en spaart Uw trouwe volgelingen van de ondergang! Slechts bij Uw gratie is ons bestaan gerechtvaardigd, oh Heer"

Niets. Het gemor stak weer op, ditmaal veel heviger. "Blasfemie!", hoorde hij plots. "De sjamaan is uit de gratie van God gevallen! Verwijder hem! God heeft immers tot mij gesproken. We moeten hem offeren voor Zijn gratie!" De sjamaan had van hem niets anders verwacht. Hij aasde al langer op zijn job en maakte van de minste gelegenheid gebruik om hem in discrediet te brengen. Niet erg moeilijk, aangezien de sjamaan er een liederlijk leven op nahield. Geen vrouw uit de stam was niet door hem gezegend geweest.

De hele stam kwam op hem af, dit terwijl "Offer hem!" die nieuwste zomerhit leek te worden.
"Tja, ik mag al blij zijn dat ik het zo lang heb volgehouden", monkelde de sjamaan. Ontredderd sloot hij zijn ogen.

Ik plof op mijn bed. Na twee weken vakantie is het altijd zalig om terug in uw eigen bedstee te duiken. Ik woel me in een confortabele positie en pulk eens duchtig mijn neus. Een dot van een neuskeutel verdwijnt met veel fingerspitzengefühl achter mijn bed. Terwijl ik bij mezelf denk: "Waar gaan al die keutels toch naartoe?", val ik zachtjes in slaap.

Tussen

Tussenpersoon.

Ik ben weer een tussenpersoon. Ik zit tussen 2 opdrachten, en weet met mezelf geen blijf. Dus zit ik hier op basis van veredelde woordspelingen onnozelheden te verzinnen.

Verzinnen. Sommige gedachten kan ik amper verwoorden, laat staan dat ik ze kan verzinnen.
Welaan, we zijn vertrokken op het pad van de duizend zinspelingen. Al zoek ik nu nog een mooi eindwoord om de jonge keten voort te zetten.

Zetten. Actief gaan zitten, met name. De laatste krachtinspanning met als doel de spieren en de gewrichten te sparen.

Sparen. Denen, en andere naaldbommen.

Naaldbommen. Wat kan me die naald bommen, ik koop wel een nieuwe hooiberg.

Hooiberg. Zoek dat maar eens in een naaldwoud. Die was erg voorspeldbaar.

Voorspeldbaar. Een flauw woordspel, een samenvoeging van ‘voorspelbaar’ en ‘speld’ tot het doldwaze ‘voorspeldbaar’. Van elk noemenswaardig niveau gespeend.

Gespeend. Toen de baby haar in de tepel beet, keek moeder gespeend kwaad.

Kwaad. Qua dwaze grap kan de volgende wel tellen.

Tellen. Vader Willem moest die avond op zijn Tellen passen.

Passen. Dat doe ik bij deze. En voor de vorm : einde !

Einde.

Volle kracht opzij!

Slechts één biertje achter de kiezen, maar toch offer ik me op voor dit bloggegeven. Zo eens terugdenkend aan de goede voornemens van begin dit jaar... wat een sof ! Nog geen haar fitter geworden (ok, mijn enkel is om zeep), geen haar studieuzer, geen haar minder gedronken, geen haar spaarzamer geweest, geen 'haar' in mijn leven. Kortom : geen haar op mijn hoofd dat vooruitgang ziet. Anderzijds merk ik zeker geen achteruitgang. Is stilstaan achteruitgaan? Technisch gezien hangt dat af of je naar het oosten, dan wel het westen gedraaid staat, tenminste als uw referentiekader de as van de aardbol is, en u de correoliskrachten negeert. Als ik het goed voorheb staat mijn PC zuidwaarts gericht, dus ga ik vol overtuiging naar opzij. Daar kan ik best mee leven !

zever en later zever

Vaak genoeg heb ik deze zeverzin getypt. Kan zever überhaupt zin hebben? Ik meen van wel. Zever omvat de essentie van het zijn, althans wat ik acht het zijn te zijn. Mij laat het koud hoeveel en welke interpretaties van zijn er zijn. Enkel mijn zijn telt. Zever, in zijn licht sarcastische, kant-noch-wal-rakende vorm, verzacht de zeden en doet hoop heropleven. Als een baken van licht doorklieft het de duistere hemel, schijnbaar zonder enig doel. Net daarin ligt de essentie van ware zever. Onder een knapperig laagje luchtigheid schuilt een zeer voedzame substantie waarmee u gegarandeerd de dag doorkomt. Of meerdere dagen. Metabolismes neigen te verschillen. Ik, voor één, kan een hele week teren op een enkele portie goedgesmaakte zever. Subtiliteit is hiervoor van kapitaal belang. Geen eenheidskeuken graag, het mag al wat meer exquis zijn. Afwijken van wat ook de norm mag wezen, dat is de norm. Zo zachtjesaan dringt zich de vraag op van wat zever nu precies inhoudt. Al wat tot nu toe gezegd is draagt immers niet bijster bij tot een eenduidige definitie van het woord zever. Men kan zelfs zonder schroom stellen dat al het bovengenoemde tot niets verder strekt dan een amechtige poging om grappig over te komen. Om niet te zeggen dat dit een spijtig excuus van een stuk lamme aars tekst is. De semantiek terzijde gelaten, heeft deze opmerking allicht een grond van waarheid. Immers, voor klare taal komt het in de verste verte niet in aanmerking. Heikneuters schermen nu steevast met de term ‘oeverloos gewauwel’, maar ze zullen de grootste moeite hebben deze bewering te onderbouwen. Het ontbreekt hen aan de nodige argumenten ter staving van hun stelling, die voor doorslaggevende bewijslast kunnen doorgaan. Hoogstens zie ik ze komen opdraven met een of ander axiomatisch verwijt, dat makkelijk gecatalogeerd kan worden als ‘toogpraat’ of ‘wijveklap’.Het geoefend oog, verbonden aan een evenzeer getraind brein, heeft reeds lang mijn kleine maskerade doorzien en de ware aard ontrafeld van dit schrijfstuk. Wat ik hier ten tonele breng is niet meer of niet minder dan mijn definitie van de essentie van zever. Hierbij wil ik bemerken dat ik niet beweer de hoogste waarheid inzake zever in pacht te hebben. Zulks beweren zou een aanfluiting zijn van het grondvest van al waar zever voor staat. Het niet-definieerbare van zever is immers net wat zever zever maakt. Elke poging om de zin van zever vast te leggen, is bijgevolg futiel. Niettegenstaande dat ik zonet nogal fors in eigen vlees heb gesneden, kan ik niet anders dan als volgt te besluiten : zever heeft zin. Of : hoe ik per se de cirkel rond wou krijgen en daarbij niets ontziend tewerk ben gegaan. Niet dat er van een mooie ronde cirkel sprake is, maar het is iets dat ongeveer begint waar het eindigt. Waar begint trouwens een cirkel ? P.S. Deze oefenstonde brengt me alvast een stap dichter bij het bereiken van de hoogste staat van zever. De weg is lang, en geplaveid met idioten.

kramp!

Laat ik eens volzinnen gebruiken
alwaarin tal van ideeën ontluiken
over huifkar, stoel en kunstgebit
azuurblauw, roomsrood en kippenwit.

De onzin regeert met ijzeren hand
over mij en heel dit belgenland
zoals steeds wars van alle zinnigheid
als een laag hars op een berggeit

Nooit zal ik de uren vergeten
waarin ik smachtte u op te eten
het bleek een falikant verlangen
te horen aan mijn darmgezangen

Oh, croque monsieur bij nacht en ontij
een ware gesel bent u nu voor mij
oh, laffe aanslag op mijn darmbestel
toekomstig excreet van W. Van Schel.

spesjaal

maak eens iets spesjaal
spesjaal, maar toch enigszins normaal
liefst niet te veel moraal
Iets grappig, iets met verhaal

ik wil én lachen, én huilen
probeer uzelf niet te verschuilen
van opening tot apotheose
vermijd grappen met leprozen

rijmen hoeft niet helemaal
als het maar spesjaal is

De ochtend stond me niet aan

Ik lag in mijn kamer en stond er op. Mijn tong leek te groot voor mijn mondje's maat en oogluikend stapte ik met een been uit bed. Om me aan te kleden moest ik alles uit de kast halen, maar ik trok er me niet veel van aan.Onder het motto : 'Hoop doet leven', zette ik mezelf eens flink te kakken. Het leek verkeerd uit te zullen draaien, maar het liep redelijk goed af. Op papier zag het er niet zo rooskleurig uit. Opgelucht nam ik de aftrap richting interne keuken. Het was nog voor de bakker, dus at ik uit protest Mars. 'Genoeg gezeverd', dacht ik, waarop ik slikte. Zoetjesaan werd de dag ontraden...

zevergedichten, part MCXXI

Oh teennagel van mijn voeten,
gij afvallig stuk calciet !
hiervoor zult ge boeten
ik pik zo'n dingen niet.

wie zoet is krijgt lekkers
wie stout is de roe
wie lijkt op pierre beckers
die zat op een koe

boem! paukenslag,
vlinder- en hagelslag,
bed- en spinnenrag?
drink- en hoongelach...

Ode aan de statistiek

Oh, wat hou ik van statistiek
de leer van geluk en kansen
die geniale methodiek
doet mij van vreugde dansen

ziek op vrijdagavond

in de categorie 'ouwe gedichtjes':

vrijdagavond, elf uur
aan't staren naar een blinde muur
de tijd kabbelt verder, de keukenkraan lekt
een luie avond die op niks trekt

dwaze films, goedkoop vertier
voeding voor het pantoffeldier
Carpe diem, pluk de dag
ok, maar voor een fors bedrag

lui, lui, lui, ik klets maar raak
'k denk niet da'k dit gedicht

Over eten

Mijn maag had sinds de ochtend enkel een glas water hoeven te trotseren. Die ochtend was nu zo'n 9 uur gepasseerd. Amper was ik de oprit opgedraaid of mijn intestinale spier begon te brullen als een bronstige stier. Groot was dan ook mijn ontsteltenis om te zien dat er niks gereed stond. Ok, het was dan ook 4u 's middags, dus op meer dan een verdwaalde wafel had ik niet gehoopt. Dan maar als een razige hond in de koelkast varen, waar mijn gemoed van slag volliep bij het bemerken van een lieflijk doosje spaghetti-saus. Nee, zoiets laat me niet onbetuigd. Ik ben een man van vele oorlogen, maar op zo veel goeds had ik echt niet gerekend. Ik was het delirium nabij toen mij te binnen schoot dat ik eigenlijk zaterdag al spaghetti had gegeten. Het potje saus was dus niet neergedwarreld uit het hemelgespan, maar was een vulgair restant van de klassieke zaterdagse overproductie. Mijn maag bleef in dit sacrale moment zoals vanouds van enige emotie gespeend en gromde onverminderd voort. De ouwe brompot aanzag met lede ogen hoe deze keukenkluns 300 gram spaghetti-pieren partij gaf. Ik kwam als de terechte winnaar uit de bus. Moegevochten en met slappe lenden lieten de pieren zich afgieten. Op de achtergrond klonk het vrolijk knisperende geluid van de hevig bewegende watermoleculen in de saus. Al dit lekkers zou binnen afzienbare tijd ten prooi vallen van mijn meanderende maag. Borden, bestek en consoorten had ik, in mijn poging om gecoördineerd over te komen, reeds lang klaargezet. De slappe pieren trachtten weerstand te bieden door halsstarig aaneen te klitten, maar dit kuddegedrag was machteloos tegen de snelle halen van mijn vork. Ik begraaf de pieren eerbiedvol onder een dikke laag saus. Nu restte mij enkel nog uit de losse pols enkele druppels aan het flesje tabasco te ontfutselen en de kaas equidistant over de plat te verspreiden.Een klein kwartier later. Werkelijk alles is op. Een hevig pulserende maag teistert mijn ribbenkas. Ik heb me weer overeten.

zoals voorspeld

De verwachte buis, de verwachte thesis, alles zoals zo slecht gepland. Alle dwaze schrijfinspiratie die ik had lijkt opgedroogd. Het lijkt wel alsof ik voor een keer berust in mijn lot. De wonderen der planning, neem ik aan. Als de miserie voorspelbaar wordt, is de angel er al uit. Het bijbehorende gifblaasje heb je natuurlijk fijn leeggepitst. Gelukkig ben ik voor een keer niet allergisch.Nu zit ik hier stomweg te typen aan een thesis. Ik ga van slag 10 kg verliezen als ik afgestudeerd ben. Tien virtuele kilo's die op mijn gemoed wegen. Misschien vertaalt dit zich naar fysieke kilo's. Onzin! Als er één reden is waarom ik zou vermageren zijn het wel mijn fonkelnieuwe supersonische knalrode op-maat-gemaakte peperdure vederlichte anti-naar-binnen-klikkende loopschoenen. Vaarwel blaren! Mijn ongetemperde drang naar conditie kan nu eindelijk de vrije loop gaan. Mits het niet te warm wordt de komende dagen. Als een hazewind zal ik dan de mij omringende velden doorklieven. Legenden zullen ontstaan over hoe een rode schim sporadisch voorbijvloog tussen de bomen. De eerste getuigen zullen voor gek verklaard worden, maar stilaan zullen de geruchten aanzwellen. De Rode Baron van Eversem, begonnen als een dubbeldekker, eindigend als een spitse F-16, die zijn prooien voorbijsnelde in een oogwenk, zonder omkijken. Kwatongen beweren dat hij zijn ziel verkocht aan de duivel in ruil voor een paar voeten waar Hermes himself jaloers op zou worden. Zou kunnen kloppen, als Nike de baarlijke duivel ware. Genoeg Griekse Mythologie, ik ga voortprutsen.

Glowing Pains

Eens zien waar mijn erratisch brein me deze keer naartoe brengt. De meest logische weg lijkt me die van het relaas over de gebeurtenissen van vandaag. Opstaan met een droge mond, de hele ochtend babygehuil , klooien achter de pc, joggen, klooien achter de pc. Niet bepaald Indiana Jones. Wel bevreemdend is dat ik al een hele avond zit te gloeien. Niet dat mijn lichaam nu dusdanig op een peer is beginnen te lijken, maar eerder de gloed na het lopen. Een warme uitstraling dus, maar dan zonder de begeleidende sympathieke glimlach. Zijn dit verwelkte-vrouwen-vapeurs of is het een soort afterburner, een heilzaam mechanisme dat teert op buikvet? In dat laatste geval is er nog genoeg brandstof om nog een nachtje of twee door te gloeien. Water drinken helpt alvast niet. Dat wordt enkel verzameld in de maag, later de blaas, om de dan lichtjes verwarmd in de toilet te verdwijnen.Ik krijg geen zinnig woord meer getypt. Logischerwijs zou een mens dan moeten concluderen dat hij beter iets anders zou gaan doen. Ik ben daar tegen. Als je immers steeds de logica volgt, is er geen kans meer op onzin. Je zou dan bij wijze van spreken gaan slapen en gewoon doodleuk 's ochtends wakker worden. Perfect gelukkig! Mij niet gezien. Ik blijf hier typen tot mijn stoel het begeeft.Hmm......

koffiedicht

Zeer plotse opstoot van inspiratie graag. Die koffie gaat mij redden. Dank u, bakje koffie. Waarom een bakje? Daar zal een zeer plausibele uitleg voor bestaan. In de 17e eeuw hadden de mensen nog geen kop. Enkel een bak. Dus kon je mensen een bakstoot geven, of aan bakrekenen doen. Je kon op bak rijden, bak nog staart klinkt nu wel vreemd, maar was vroeger heus normaal. De baktelefoon moest nog uitgevonden worden, evenals de helibakter. Best goedkope humor, maar ondergetekende ligt zelf wel in een deuk.Misschien vond men ‘kop’ niet goed klinken in de tijd waar de guillotine naarstig zijn werk deed. ‘Bak’ kwam dus meer in aanmerking, aangezien het een allround recipiënt is dat niet gelinkt kan worden aan enig deel van het menselijk lichaam. Tenzij je natuurlijk gortige woorden als ‘pisbak’ erbij wilt betrekken. Als je echt dat pad op wilt gaan, kan ik u al zeggen dat het me zeer omslachtig lijkt om een pisbak te verwijderen. Nu wil ik echt wel die tas koffie hebben. Een tas klinkt ook best vreemd. Koffie in een tas gieten lijkt me niet zo slim. Veel tassen kun je bezwaarlijk waterdicht noemen, laat staan koffiedicht.