donderdag 23 augustus 2007

Bedoeïnen?

De sjamaan depte het zweet van zijn voorhoofd. Zijn profetiën kwamen normaal als bij wonder steeds uit. Deze keer was het echter al een eeuwigheid geleden dat het volk nog te eten had gekregen. Zijn positie kwam in het gedrang. Hij wist dat hij perfect inwisselbaar was voor een andere, meer ambitieuze charlatan. Zo is het leven nu eenmaal als je afhankelijk bent van de grillen van de goden. Hij waarde angstvallig in het rond. Elke blik die de zijne kruiste leek wel vijandig. Het volk morde steeds luider, en hoewel ze voorlopig bleven staan, voelde hij hen steeds naderbij. Hij begreep hun onrust maar al te goed. Hij had hen vers voedsel beloofd bij het eerstkomende nachtlicht. Maar de komst van - en het nachtlicht zelf- bleven uit. De wijzen uit de stam probeerden al eonen om de komst van het licht accuraat te voorspelen, maar zonder succes.

Het morren werd steeds luider. Hij ontwaarde gevloek in de achterste rangen. Weldra zou de meute aggressief worden. Met de moed der wanhoop stak hij een laatse smeekbede aan: "Oh machtige God, aanhoort dit gebed! In alle nederigheid onderwerpen wij ons aan Uw goeddunken! Wij koesteren ons in Uw aanschijns, oh Almachtige. Laat op ons nederdalen het voedsel der Goden, Uw mana dat leven brengt!"

Het volk verstomde onder zijn geweeklaag. De blikken waren vol spanning omhoog gericht. "Oh weledelgestrenge Heer, toon ons Uw genade en spaart Uw trouwe volgelingen van de ondergang! Slechts bij Uw gratie is ons bestaan gerechtvaardigd, oh Heer"

Niets. Het gemor stak weer op, ditmaal veel heviger. "Blasfemie!", hoorde hij plots. "De sjamaan is uit de gratie van God gevallen! Verwijder hem! God heeft immers tot mij gesproken. We moeten hem offeren voor Zijn gratie!" De sjamaan had van hem niets anders verwacht. Hij aasde al langer op zijn job en maakte van de minste gelegenheid gebruik om hem in discrediet te brengen. Niet erg moeilijk, aangezien de sjamaan er een liederlijk leven op nahield. Geen vrouw uit de stam was niet door hem gezegend geweest.

De hele stam kwam op hem af, dit terwijl "Offer hem!" die nieuwste zomerhit leek te worden.
"Tja, ik mag al blij zijn dat ik het zo lang heb volgehouden", monkelde de sjamaan. Ontredderd sloot hij zijn ogen.

Ik plof op mijn bed. Na twee weken vakantie is het altijd zalig om terug in uw eigen bedstee te duiken. Ik woel me in een confortabele positie en pulk eens duchtig mijn neus. Een dot van een neuskeutel verdwijnt met veel fingerspitzengefühl achter mijn bed. Terwijl ik bij mezelf denk: "Waar gaan al die keutels toch naartoe?", val ik zachtjes in slaap.

Tussen

Tussenpersoon.

Ik ben weer een tussenpersoon. Ik zit tussen 2 opdrachten, en weet met mezelf geen blijf. Dus zit ik hier op basis van veredelde woordspelingen onnozelheden te verzinnen.

Verzinnen. Sommige gedachten kan ik amper verwoorden, laat staan dat ik ze kan verzinnen.
Welaan, we zijn vertrokken op het pad van de duizend zinspelingen. Al zoek ik nu nog een mooi eindwoord om de jonge keten voort te zetten.

Zetten. Actief gaan zitten, met name. De laatste krachtinspanning met als doel de spieren en de gewrichten te sparen.

Sparen. Denen, en andere naaldbommen.

Naaldbommen. Wat kan me die naald bommen, ik koop wel een nieuwe hooiberg.

Hooiberg. Zoek dat maar eens in een naaldwoud. Die was erg voorspeldbaar.

Voorspeldbaar. Een flauw woordspel, een samenvoeging van ‘voorspelbaar’ en ‘speld’ tot het doldwaze ‘voorspeldbaar’. Van elk noemenswaardig niveau gespeend.

Gespeend. Toen de baby haar in de tepel beet, keek moeder gespeend kwaad.

Kwaad. Qua dwaze grap kan de volgende wel tellen.

Tellen. Vader Willem moest die avond op zijn Tellen passen.

Passen. Dat doe ik bij deze. En voor de vorm : einde !

Einde.

Volle kracht opzij!

Slechts één biertje achter de kiezen, maar toch offer ik me op voor dit bloggegeven. Zo eens terugdenkend aan de goede voornemens van begin dit jaar... wat een sof ! Nog geen haar fitter geworden (ok, mijn enkel is om zeep), geen haar studieuzer, geen haar minder gedronken, geen haar spaarzamer geweest, geen 'haar' in mijn leven. Kortom : geen haar op mijn hoofd dat vooruitgang ziet. Anderzijds merk ik zeker geen achteruitgang. Is stilstaan achteruitgaan? Technisch gezien hangt dat af of je naar het oosten, dan wel het westen gedraaid staat, tenminste als uw referentiekader de as van de aardbol is, en u de correoliskrachten negeert. Als ik het goed voorheb staat mijn PC zuidwaarts gericht, dus ga ik vol overtuiging naar opzij. Daar kan ik best mee leven !

zever en later zever

Vaak genoeg heb ik deze zeverzin getypt. Kan zever überhaupt zin hebben? Ik meen van wel. Zever omvat de essentie van het zijn, althans wat ik acht het zijn te zijn. Mij laat het koud hoeveel en welke interpretaties van zijn er zijn. Enkel mijn zijn telt. Zever, in zijn licht sarcastische, kant-noch-wal-rakende vorm, verzacht de zeden en doet hoop heropleven. Als een baken van licht doorklieft het de duistere hemel, schijnbaar zonder enig doel. Net daarin ligt de essentie van ware zever. Onder een knapperig laagje luchtigheid schuilt een zeer voedzame substantie waarmee u gegarandeerd de dag doorkomt. Of meerdere dagen. Metabolismes neigen te verschillen. Ik, voor één, kan een hele week teren op een enkele portie goedgesmaakte zever. Subtiliteit is hiervoor van kapitaal belang. Geen eenheidskeuken graag, het mag al wat meer exquis zijn. Afwijken van wat ook de norm mag wezen, dat is de norm. Zo zachtjesaan dringt zich de vraag op van wat zever nu precies inhoudt. Al wat tot nu toe gezegd is draagt immers niet bijster bij tot een eenduidige definitie van het woord zever. Men kan zelfs zonder schroom stellen dat al het bovengenoemde tot niets verder strekt dan een amechtige poging om grappig over te komen. Om niet te zeggen dat dit een spijtig excuus van een stuk lamme aars tekst is. De semantiek terzijde gelaten, heeft deze opmerking allicht een grond van waarheid. Immers, voor klare taal komt het in de verste verte niet in aanmerking. Heikneuters schermen nu steevast met de term ‘oeverloos gewauwel’, maar ze zullen de grootste moeite hebben deze bewering te onderbouwen. Het ontbreekt hen aan de nodige argumenten ter staving van hun stelling, die voor doorslaggevende bewijslast kunnen doorgaan. Hoogstens zie ik ze komen opdraven met een of ander axiomatisch verwijt, dat makkelijk gecatalogeerd kan worden als ‘toogpraat’ of ‘wijveklap’.Het geoefend oog, verbonden aan een evenzeer getraind brein, heeft reeds lang mijn kleine maskerade doorzien en de ware aard ontrafeld van dit schrijfstuk. Wat ik hier ten tonele breng is niet meer of niet minder dan mijn definitie van de essentie van zever. Hierbij wil ik bemerken dat ik niet beweer de hoogste waarheid inzake zever in pacht te hebben. Zulks beweren zou een aanfluiting zijn van het grondvest van al waar zever voor staat. Het niet-definieerbare van zever is immers net wat zever zever maakt. Elke poging om de zin van zever vast te leggen, is bijgevolg futiel. Niettegenstaande dat ik zonet nogal fors in eigen vlees heb gesneden, kan ik niet anders dan als volgt te besluiten : zever heeft zin. Of : hoe ik per se de cirkel rond wou krijgen en daarbij niets ontziend tewerk ben gegaan. Niet dat er van een mooie ronde cirkel sprake is, maar het is iets dat ongeveer begint waar het eindigt. Waar begint trouwens een cirkel ? P.S. Deze oefenstonde brengt me alvast een stap dichter bij het bereiken van de hoogste staat van zever. De weg is lang, en geplaveid met idioten.

kramp!

Laat ik eens volzinnen gebruiken
alwaarin tal van ideeën ontluiken
over huifkar, stoel en kunstgebit
azuurblauw, roomsrood en kippenwit.

De onzin regeert met ijzeren hand
over mij en heel dit belgenland
zoals steeds wars van alle zinnigheid
als een laag hars op een berggeit

Nooit zal ik de uren vergeten
waarin ik smachtte u op te eten
het bleek een falikant verlangen
te horen aan mijn darmgezangen

Oh, croque monsieur bij nacht en ontij
een ware gesel bent u nu voor mij
oh, laffe aanslag op mijn darmbestel
toekomstig excreet van W. Van Schel.

spesjaal

maak eens iets spesjaal
spesjaal, maar toch enigszins normaal
liefst niet te veel moraal
Iets grappig, iets met verhaal

ik wil én lachen, én huilen
probeer uzelf niet te verschuilen
van opening tot apotheose
vermijd grappen met leprozen

rijmen hoeft niet helemaal
als het maar spesjaal is

De ochtend stond me niet aan

Ik lag in mijn kamer en stond er op. Mijn tong leek te groot voor mijn mondje's maat en oogluikend stapte ik met een been uit bed. Om me aan te kleden moest ik alles uit de kast halen, maar ik trok er me niet veel van aan.Onder het motto : 'Hoop doet leven', zette ik mezelf eens flink te kakken. Het leek verkeerd uit te zullen draaien, maar het liep redelijk goed af. Op papier zag het er niet zo rooskleurig uit. Opgelucht nam ik de aftrap richting interne keuken. Het was nog voor de bakker, dus at ik uit protest Mars. 'Genoeg gezeverd', dacht ik, waarop ik slikte. Zoetjesaan werd de dag ontraden...

zevergedichten, part MCXXI

Oh teennagel van mijn voeten,
gij afvallig stuk calciet !
hiervoor zult ge boeten
ik pik zo'n dingen niet.

wie zoet is krijgt lekkers
wie stout is de roe
wie lijkt op pierre beckers
die zat op een koe

boem! paukenslag,
vlinder- en hagelslag,
bed- en spinnenrag?
drink- en hoongelach...

Ode aan de statistiek

Oh, wat hou ik van statistiek
de leer van geluk en kansen
die geniale methodiek
doet mij van vreugde dansen

ziek op vrijdagavond

in de categorie 'ouwe gedichtjes':

vrijdagavond, elf uur
aan't staren naar een blinde muur
de tijd kabbelt verder, de keukenkraan lekt
een luie avond die op niks trekt

dwaze films, goedkoop vertier
voeding voor het pantoffeldier
Carpe diem, pluk de dag
ok, maar voor een fors bedrag

lui, lui, lui, ik klets maar raak
'k denk niet da'k dit gedicht

Over eten

Mijn maag had sinds de ochtend enkel een glas water hoeven te trotseren. Die ochtend was nu zo'n 9 uur gepasseerd. Amper was ik de oprit opgedraaid of mijn intestinale spier begon te brullen als een bronstige stier. Groot was dan ook mijn ontsteltenis om te zien dat er niks gereed stond. Ok, het was dan ook 4u 's middags, dus op meer dan een verdwaalde wafel had ik niet gehoopt. Dan maar als een razige hond in de koelkast varen, waar mijn gemoed van slag volliep bij het bemerken van een lieflijk doosje spaghetti-saus. Nee, zoiets laat me niet onbetuigd. Ik ben een man van vele oorlogen, maar op zo veel goeds had ik echt niet gerekend. Ik was het delirium nabij toen mij te binnen schoot dat ik eigenlijk zaterdag al spaghetti had gegeten. Het potje saus was dus niet neergedwarreld uit het hemelgespan, maar was een vulgair restant van de klassieke zaterdagse overproductie. Mijn maag bleef in dit sacrale moment zoals vanouds van enige emotie gespeend en gromde onverminderd voort. De ouwe brompot aanzag met lede ogen hoe deze keukenkluns 300 gram spaghetti-pieren partij gaf. Ik kwam als de terechte winnaar uit de bus. Moegevochten en met slappe lenden lieten de pieren zich afgieten. Op de achtergrond klonk het vrolijk knisperende geluid van de hevig bewegende watermoleculen in de saus. Al dit lekkers zou binnen afzienbare tijd ten prooi vallen van mijn meanderende maag. Borden, bestek en consoorten had ik, in mijn poging om gecoördineerd over te komen, reeds lang klaargezet. De slappe pieren trachtten weerstand te bieden door halsstarig aaneen te klitten, maar dit kuddegedrag was machteloos tegen de snelle halen van mijn vork. Ik begraaf de pieren eerbiedvol onder een dikke laag saus. Nu restte mij enkel nog uit de losse pols enkele druppels aan het flesje tabasco te ontfutselen en de kaas equidistant over de plat te verspreiden.Een klein kwartier later. Werkelijk alles is op. Een hevig pulserende maag teistert mijn ribbenkas. Ik heb me weer overeten.

zoals voorspeld

De verwachte buis, de verwachte thesis, alles zoals zo slecht gepland. Alle dwaze schrijfinspiratie die ik had lijkt opgedroogd. Het lijkt wel alsof ik voor een keer berust in mijn lot. De wonderen der planning, neem ik aan. Als de miserie voorspelbaar wordt, is de angel er al uit. Het bijbehorende gifblaasje heb je natuurlijk fijn leeggepitst. Gelukkig ben ik voor een keer niet allergisch.Nu zit ik hier stomweg te typen aan een thesis. Ik ga van slag 10 kg verliezen als ik afgestudeerd ben. Tien virtuele kilo's die op mijn gemoed wegen. Misschien vertaalt dit zich naar fysieke kilo's. Onzin! Als er één reden is waarom ik zou vermageren zijn het wel mijn fonkelnieuwe supersonische knalrode op-maat-gemaakte peperdure vederlichte anti-naar-binnen-klikkende loopschoenen. Vaarwel blaren! Mijn ongetemperde drang naar conditie kan nu eindelijk de vrije loop gaan. Mits het niet te warm wordt de komende dagen. Als een hazewind zal ik dan de mij omringende velden doorklieven. Legenden zullen ontstaan over hoe een rode schim sporadisch voorbijvloog tussen de bomen. De eerste getuigen zullen voor gek verklaard worden, maar stilaan zullen de geruchten aanzwellen. De Rode Baron van Eversem, begonnen als een dubbeldekker, eindigend als een spitse F-16, die zijn prooien voorbijsnelde in een oogwenk, zonder omkijken. Kwatongen beweren dat hij zijn ziel verkocht aan de duivel in ruil voor een paar voeten waar Hermes himself jaloers op zou worden. Zou kunnen kloppen, als Nike de baarlijke duivel ware. Genoeg Griekse Mythologie, ik ga voortprutsen.

Glowing Pains

Eens zien waar mijn erratisch brein me deze keer naartoe brengt. De meest logische weg lijkt me die van het relaas over de gebeurtenissen van vandaag. Opstaan met een droge mond, de hele ochtend babygehuil , klooien achter de pc, joggen, klooien achter de pc. Niet bepaald Indiana Jones. Wel bevreemdend is dat ik al een hele avond zit te gloeien. Niet dat mijn lichaam nu dusdanig op een peer is beginnen te lijken, maar eerder de gloed na het lopen. Een warme uitstraling dus, maar dan zonder de begeleidende sympathieke glimlach. Zijn dit verwelkte-vrouwen-vapeurs of is het een soort afterburner, een heilzaam mechanisme dat teert op buikvet? In dat laatste geval is er nog genoeg brandstof om nog een nachtje of twee door te gloeien. Water drinken helpt alvast niet. Dat wordt enkel verzameld in de maag, later de blaas, om de dan lichtjes verwarmd in de toilet te verdwijnen.Ik krijg geen zinnig woord meer getypt. Logischerwijs zou een mens dan moeten concluderen dat hij beter iets anders zou gaan doen. Ik ben daar tegen. Als je immers steeds de logica volgt, is er geen kans meer op onzin. Je zou dan bij wijze van spreken gaan slapen en gewoon doodleuk 's ochtends wakker worden. Perfect gelukkig! Mij niet gezien. Ik blijf hier typen tot mijn stoel het begeeft.Hmm......

koffiedicht

Zeer plotse opstoot van inspiratie graag. Die koffie gaat mij redden. Dank u, bakje koffie. Waarom een bakje? Daar zal een zeer plausibele uitleg voor bestaan. In de 17e eeuw hadden de mensen nog geen kop. Enkel een bak. Dus kon je mensen een bakstoot geven, of aan bakrekenen doen. Je kon op bak rijden, bak nog staart klinkt nu wel vreemd, maar was vroeger heus normaal. De baktelefoon moest nog uitgevonden worden, evenals de helibakter. Best goedkope humor, maar ondergetekende ligt zelf wel in een deuk.Misschien vond men ‘kop’ niet goed klinken in de tijd waar de guillotine naarstig zijn werk deed. ‘Bak’ kwam dus meer in aanmerking, aangezien het een allround recipiënt is dat niet gelinkt kan worden aan enig deel van het menselijk lichaam. Tenzij je natuurlijk gortige woorden als ‘pisbak’ erbij wilt betrekken. Als je echt dat pad op wilt gaan, kan ik u al zeggen dat het me zeer omslachtig lijkt om een pisbak te verwijderen. Nu wil ik echt wel die tas koffie hebben. Een tas klinkt ook best vreemd. Koffie in een tas gieten lijkt me niet zo slim. Veel tassen kun je bezwaarlijk waterdicht noemen, laat staan koffiedicht.