vrijdag 29 februari 2008

de 3 teneuren

Mario Soccer is geschift. Mijn duim puilt er van uit. Ik was dan ook steeds number one masher. Het spel draait vooral om preventief zijn met de tackles. Liefst zelfs nog buiten beeld. Balbezit is compleet overbodig en zelfs ronduit gevaarlijk. Het spel heeft ook een lage toetredingsdrempel. Iedereen die ooit al een kaske heeft vastgehad, is er zo mee vertrokken: Y,Y,Y,Y,Y,Y,Y,Y,Y,Y. Ik deed soms meewarig over het spel dat zoveel volk trekt op Game Galores. Mja, het is eigenlijk wel geniaal. Maar om het zoals Carl 4 à 5 uur aan een stuk te spelen... Thumbs up voor zijn duimen.

Iets anders? Ja, ik ben Wimflex aan het worden. Vanaf volgende week switch ik wekelijks tussen diensten. Ik zal allerhande boekhouders in nood ondersteunen. Geraak je achter op je betalingen? Vreest niet: Wimflex to the rescue! Staat uw snor in brand? Wimflex to the rescue! Ik ben zo flexibel dat ik me kan uitstrekken over een vierkante kilometer. Met wat wodka kan ik zelfs mijn ruggegraat doen smelten en aldus alle gewenste vormen aannemen (zij het slapend).

Nog iets? Ja, ik heb Herman zijne pas gevonden... Ik had al alles uitgekamd, mijn jassen, sportzak, ja zelfs mijn portefeuille. Ik dacht dat ik safe zat, maar er bleef iets knagen. Dan vind ik hem toch áchter mijn rijbewijs. Een plek waar ik nooit kom. Kakkerij. Ik zal hem eens nen bak betalen. Iets Duits zou cool zijn.

Is't nu nog niet gedaan? Toch wel.

maandag 25 februari 2008

Titel

Olé. We kunnen dus kampioen worden. De gedachte op zich is zalig. Het is ook een extra motivatie om te volgende wedstrijden serieus op te vatten. En ja, natuurlijk zorgt het voor extra druk. Nul + een beetje druk kan toch geen kwaad. 't Is niet dat we nu als de dood moeten zijn voor Gildenteam. Hetgeen ons nog kan kloten is de verschillende afwezigheden. Joris met zijn verrekking, Schaekers en Verbelen die eens niet kunnen. Maar bon, tot nu toe hebben we bewezen dat onze kern breed genoeg is.

Ik zou echt wel graag eens kampioen spelen. Dat is mij nog nooit overkomen. Nooit! Zelfs niet bij de duivelkes. Laat staan bij de Warriors. Kampioen langs achter ben ik al vaker geweest, maar dat klinkt niet zo goed. Natuurlijk wil ik het ook doen om de Cristal Boys te kloten. Ik denk dat elke ploeg in onze reeks eens flink met hen zal lachen als ze het niet halen.

IOT is helaas nog een groot mysterie. Ze zijn elk jaar heel sterk, maar elk jaar hebben we er kansen tegen. Vorig jaar tegen hen 1 op 6, het jaar daarvoor ook (denk ik). Ik zeg het maar, omdat statistieken nu eenmaal bucht zijn. Wat we weten is dat ze quasi onze stijl van voetbal spelen, met een zeer goede organisatie en een paar spelers die het verschil kunnen maken. Tegen de Cristal Boys haalden ze ook 1 op 6. Zelfs hun doelpuntensaldo (+50) lijkt op het onze (+49). Alleen maakten en slikten ze 20 goals meer dan ons.

Als we het relatief bekijken:

Beste verdediging:
1. C Boys (-15)
2. Loko (-16)
3. ZSV (-23)
4. IOT (-33)
5. Bobo (-35)

Beste aanval:
1. C Boys (-93)
2. IOT (-83)
3. ZSV (-80)
4. Loko (-65)
5. Rangers (-55)

Beiden telkens tweede en vierde...

Wat kan je hieruit opmaken. Dat ZSV als ze winnen, zwaar winnen en als ze verliezen, heel nipt.Dat IOT dubbel zoveel goals slikte als wij en maar een kwart meer goals maakten. Let wel: niet iedereen speelde evenveel matchen. We zijn dus relatief efficiënt. Als je kijkt hoeveel kansen we soms krijgen, zou je anders denken. Worden we kampioen, dan is dat een statistisch gezien zo zalig onverdiend. Maar nogmaals, statistiek is zuiver om mee te lachen.

Conclusie? We zullen wel zien...

vrijdag 22 februari 2008

Rendez-vous

Net een monsterfactuur geboekt. Ik ben compleet tureluurs van al die cijfers. Het duurde meer dan 3 uur. Zeker een uur ging verloren naar het zoeken naar een fout. Via een omweg heb ik die gelukkig gevonden. Anders was het allemaal voor niets geweest. Ik kan amper voorstellen hoe pissig ik dan geweest zou zijn. Ik zou de Pinatubo degraderen tot hoogstens een luidruchtige scheet.

Mijn kop is toe. Neus, keel en oren. Ogen ook soms. Maar vooral de hersenen zelf. Ik ga vanavond maffen als een dode steen.

donderdag 21 februari 2008

Matchverslag (serieus dan nog)

Omtrent Arsenal-Milan gisteren. Het verschil in teneur op Nederland 3 en Kanaal 2 was enorm. Op Kanaal 2 stak de commentator voortdurend de loftrompet voor Arsenal, hij had het over 'spektakel' en 'spanning'. Zijn Nederlandse collega, geruggesteund door een zekere J. Cruijff, zag het gebrek aan oplossingen dat Arsenal te bieden had.

Ik schaar mij achter de uitspraak van onze noorderbuur. Je kon zo zien welke consignes de Gunners hadden meegekregen. Snel rondspelen. Verbod op gebruik van hoge bal, tenzij ruwweg richting Adebayor of op voorzet uit de hoek. Ze zijn er geen millimeter van afgeweken, zelfs niet na de wissels. Natuurlijk creëerden ze meer gevaar, maar verder dan wat dreigementen kwam het niet (tenzij dan de bal op de lat in de slotseconden). Milan paste een echte handbaltactiek toe om de Engelsen (Engelsen?) van de doelmond weg te houden. Hun half maantje van dubbele dekking dreef hen ofwel vast, ofwel hopeloos naar buiten. Dropten ze de bal er achter, dan doken Nesta of Maldini in die ruimte. Geen enkel probleem.

Het leek wel een wedstrijd tussen beloften en de elite. De beloften willen kost wat kost etaleren wat ze kunnen, lopen onnodig veel kilometers. De elite wacht geduldig af, is energie-efficiënt en laat de bal rustig heen en weer tikken. Dit is het lepe aan het oudere Milan. Ze zien de bal helemaal niet graag. Balbezit is immers geen garantie voor de overwinning. Waarom moeite doen als je achterover kunt leunen en wachten tot de storm gepasseerd is? Gewoon even volhouden, een venijnig balletje naar de spits en hop, het is gebakken.

Hier lag dan weer het falen bij Milan. De snotneus Pato is geen Inzaghi, dat is duidelijk. En ook Pirlo, de fournisseur van dienst, was niet in goede doen. Ik zag hem zowar drie slechte passes na elkaar geven. Maar het hoeft allemaal niet voor Milan. Ik zag het als een grote jongen die een kleine wildebras afhoudt door simpelweg zijn hand tegen diens voorhoofd te houden. De kleine heeft toch te korte armpjes.

Tot slot nog iets over de Trend. Fysiek, fysiek, fysiek. Wat Cruijff erover zei was correct: de passes hoeven niet loepzuiver meer te zijn. We lopen er toch achter en bonken er tegenaan. Dat is jammer. Als fysieke overmacht de bepalende factor van voetbal wordt, dan kunnen we evengoed naar de koers kijken.

woensdag 20 februari 2008

natuurlijk

Mijn benen zijn stilaan om zeep. Ik denk dat ze jaloers waren toen ik onlangs nieuwe banden had laten steken. De motor (1.9 Turbo-Duvelinjectie) doet het prima, maar het onderstel laat het afweten. Mijn linkerkant vooral. Mijn ligamentjes zijn overspannen waardoor andere rare voetonderdelen overbelast raken. Mijn dikke teen acteert al 4 maanden vreemd sinds ik hem majestraal verstuikte. Noem hem maar de Peter Van Asbroek van mijn tenen. Hint: probeer geen hoge volley op een dwarrelbal die van schuin achter u komt. De kloterij is dat ik graag puntertjes geef. Er gaat geen training of wedstrijd voorbij of ik bezeer mijn teen opnieuw op die manier. Deze zaterdag nog gaf ik, naar mijn mening, een puike diepe bal op Jean. Vol met die teen getrapt. We kregen een corner. Terwijl ik erover zat te jammeren tegen hun spits, kopte Miche de enige goal van de wedstrijd binnen. Allemaal met dank aan Peter Van Asbroek.

Mijn nieuwste aanwinst is een schimmel. Laat ik hem Jos noemen. Jos teistert mijn voetzolen. Hij verschaft jeuk op de lastigste momenten. Daarom pest ik hem tweemaal daags met een anti-schimmelspray. Nu is hij nog een schim van zichzelf.

Alles bij elkaar is het simpel: ik moet doorbijten. Als ik nu een weekje rust en Freek/Fred speelt een dijk van een wedstrijd, dan is het terug naar het bankske. Ik kan u zeggen, er is geen bank in Noord-West Vlaams Brabant waar ik niet op gezeten heb. Mogelijke hiaten in deze prestatie wens ik allerminst op te vullen. Dat voorgekauwde zinnetje: 'Als de ploeg maar wint' is zo fake als iets. Natuurlijk is er dan blijdschap, maar er is geen voldoening. En geen inspanning. De pinten na de match smaken gewoon veel minder verdiend.

Uiteraard. 'Uiteraard'? Ajuinopgrond. Weg met de hydrocultuur! Groenten moeten naar grond smaken.

'Vanzelfsprekend'. Een egotripper, dus. Of iemand die van zich laat spreken.

vrijdag 8 februari 2008

Anima en de gevolgen voor humor

Alweer een bijdrage op deze razend actuele blog. Gisteren ben ik naar Anima geweest. De hoofdbrok van de avond was de film Tekkon Kinkreet. Wel, het is alweer zo'n 'gemiste-kans' film geworden. De opbouw zat goed, de animatie was levendig, de personnages grappig,... Het eerste uur van de film was dan ook bijzonder aangenaam om volgen. En dan kwamen we aan het punt waar Japanse animatiefilms vaak last mee hebben: het einde. Dit einde -vraag me niet wanneer het einde precies begon- was ten eerste veel te lang. Mijn toenemende moeheid zal ook wel een rol gespeeld hebben, maar de finale confrontatie -die ook lang duurde- liet veel te lang op zich wachten. Neem daar nog eens bij dat er blijkbaar willens nillens een grote portie spiritualitiet in verwerkt werd. Een kwaaltje waar wel meer anime helaas last van hebben. Genre van: 'Je moet er niet aan uitkunnen, hoor, het gaat ons aller petje toch te boven'. Dit heeft de film extra scheef getrokken, want in het begin was er helemaal geen sprake van een dieperliggende betekenis.

Daarvoor was ik al naar een selectie Belgische kortfilms gaan kijken. Ik had niet zoveel kwaliteit verwacht. 'Le Gardien du Nid' was een algemeen goed kortverhaal (eigenlijk Luxemburgs...). 'Wollen honden' was hilarisch, surrealistisch. Een redelijk herkenbare setting, maar wel een compleet absurd verhaaltje (waarom die Japanse muziek??). De appelsien-en banaanfabriek (naam kwijt...) was dan weer veruit de grappigste. Een simpel thema meesterlijk uitgewerkt met heel onnozele geluid. En tot slot wass er nog een compleet fout filmpje over een soort baby+moederkoek in een bokaal (wordt uiteindelijk door een hond verscheurd en geneukt). Ik denk dat het 6-jarig jongetje op de eerste rij slecht zal geslapen hebben.

Voorts had ik vooral honger. Echt waar. Nu nog eigenlijk. Eigenlijk altijd een beetje. Meestal veel. Soms zelfs vlak na het eten. Zo'n tien minuten na het moment dat je dacht: 'verdomme, nu zit ik écht vol', dan bekruipt u ineens een honger die nog sterker is dan die voorheen. Die is gelukkig van betrekkelijk korte duur, maar als je er toch aan toegeeft, zit je een hele dag met een zware maag.

Waarom sluit ik niet eens normaal af? Is dat te veel gevraagd, misschien? Punctuatie is zeer belangrijk. Maar daar ga ik nu geen punt van maken.

Ai, die was pijnlijk slecht. Zulke opmerkingen moet je eigenlijk sparen voor momenten die reeds zwanger zijn van humor, en dan liefst onbewust. Of indien toch bewust, zeer goed getimed. Woordspelingen zijn een zeer gevaarlijk soort humor. De kans is veel groter dat het infantiel overkomt, dan dat het oprecht gesmaakt wordt. 'Oprecht gesmaakt', zegt u? Ja, weldegelijk, jij fictief in dialoog tredend wezen. Ik hou hier immers doorlachers buiten beschouwing. Dit zijn mensen die in een storm van opeenvolgende grappen en grollen geleidelijk aan met alles beginnen te lachen. Op die momenten delen ze veel eigenschappen met mentaal gehandicapten. Het is helaas net in zo'n stormen dat woorspelingen het best gedijen. Dus om ze op een humorisch verantwoorde manier te gebruiken, moet je ze durven loskoppelen van de grappenbrij. Zo zijn ze fragieler, gewaagder, onverwachter en dus kunnen ze in de juiste context groot succes oogsten.

Bij deze bent u weer een stap verder in het leerproces van de humorologie. Al diegenen die alsnog een woordspeling verwachtten, zijn gebuisd.

donderdag 7 februari 2008

geheel niet

Een geheel. Het is meer dan de som van de delen. Dat is toch logisch? Ik heb al honderden tekstjes geschreven en nog vormen ze geen geheel. Ze geven zelfs blijk van weinig interesse voor het geheel. Ze staan daar maar, los van mekaar. Zei ik honderden? Neem maar tientallen. Zie, zo wordt mijn eigen gedachtengang onderbroken door een nieuwe gedachtengang. Schrijven is best leuk. Het geeft op een redelijk transparante manier vorm aan gedachten. Zelfs de kleinste tekstjes hebben een kern van zingeving in zich. Zoals: 'Ik ben al achter brood gegaan.' In zes woordjes weet je dat er iemand zo vriendelijk geweest is om aan uw toekomstige broodbehoefte te voldoen, en op die manier u de moeite uitgespaard heeft van zelf te moeten gaan. Het is ook een duidelijke blijk van vriendschap, of zeg maar liefde. Moederlijke geruststellendheid zelfs. De wereld lijkt een pak logischer na het lezen van zulk een warme boodschap. Het houdt dan ook geen enkele voorwaarde in, geen dwingende verwachting van een wederdienst. Eerder zie ik een spontane welwillendheid van het broodhalend subject. Uiteraard kan het ook zijn dat die persoon toevallig in de buurt was van de bakker, of tijd te veel had, of eigenlijk zélf achter brood moest gaan. Die opties laat ik hier voorlopig onbelicht. Ik ga in dit geval uit van het proactief gaan halen van een brood ondanks de eigen beslommeringen. De onbaatzuchtige daad die qua belangrijkheid ogenschijnlijk futiel is, maar op lange termijn zo levensvervullend kan zij.

Hoedanook, een mooi omlijnd geheel is er niet. Gelukkig maar.

Jay-Zus

Die avond sprak hij tot zijn leerlingen:' Graag had ik jullie mening geweten over iets. Gelieve daarbij eerlijk te zijn en niet terughoudend zijn om mijn persoon. Ook al ben ik uw herder met grote H, ik kan heus wel tegen een beetje kritiek. Weet je nog die keer met die Farizeeërs? Toen ben ik ook niet beginnen wenen omdat ze commentaar hadden op mijn lang haar. Neen, ik ben toen heel kordaat opgestapt met de woorden:' Vergeef hen Heer, want zij weten niet beter.' En die ene keer met die grote Filistijn, diegene die een opmerking had over mijn toontje, zo van: 'Hoe spreekt Gij nu!'. Wel, toen heb ik die opmerking rustig laten doordringen zonder daarom kattig te worden tegen die reus. Sterker nog, ik heb hem ter plekke een psalm gezongen, zo'n keicoole uptempo-psalm, geweetwel. Ma kom, ik zen aan't afdwalen, wette. Wa ging kik weeral vraagen? Allez, da's echt flippe, gast. A ja, kweetet trug. Vinde gijle mij nen toffe?

'I win', zei Shao Kahn, en hij kroop op zijn varken

Ik ben stevig aan het afdwalen. Mocht afdwalen een sport zijn, ik was elk jaar wereldkampioen. Elke avond gaan trainen op café. Zo weinig mogelijk to the point zijn, zo veel mogelijk rond de pot. En pint. Ge zijt gewonnen van zodra ge vergeten zijt waarover ge eigenlijk bezig waart. Alzheimerpatiënten mogen logischerwijs niet meedoen. Het lijkt me anders wel een moeilijke sport om over te jureren. Wat was het beginonderwerp? En zijt ge het wel echt vergeten? Hier zal de nieuwste technologie voor nodig zijn. Een soort controle op de geheugenstatus van uw hersenen. Het doet wel af van de charme van het amateuristisch afdwalen in een of ander provinciaal verbond. Maar als getrainde professional moet ge het er voor over hebben. Live op Eurosport, het WK Afdwalen over lange afstand in Japan. Met als toemaatje de estafette. Waar was ik eigenlijk over bezig? ... Gewonnen!

dinsdag 5 februari 2008

Mijn koninkrijk voor een vlag (die deze lading crap dekken kan)

Zijn er evenementen waar ik mijn ongezouten mening over kwijt wil... Kenya? Die dwaze Kees die denkt dat hij Sherlock is? De inzendingen voor Eurosong? De maagklachten van Wesley Sonck? Kerviél? Ha, die kerel zijn foto is schitterend. Kunnen ze iemand er nog misdadiger uit laten zien? Die rakker heeft dat natuurlijk niet zelf gedaan. Hij is er immers zelf geen Euro rijker van geworden, het grote verschil met die Engelsman van enkele jaren terug. Op zo'n momenten is het hypocrisie troef. 'Wij wisten van niks, 't was een eenmansactie'. Natuurlijk, brave directeurs. Jullie zitten hele dagen professioneel cognac te drinken in de fauteuil der onwetendheid. Tot jullie, als bij toverslag, de dag voor het schandaal uitkomt al jullie eigen aandelen verkopen. Puur toeval, natuurlijk, dat zal ook het Franse gerecht uiteindelijk concluderen. Want nog veel belangrijker dan het bekomen van de waarheid, is het vermijden van gezichtsverlies. On doit protéger la France, quoi. On se fiche des règles européennes. Wat moet een jong, ambitieus bankdirecteurtje daar van denken? Al die jaren zuivere, internationale economie gestudeerd, terwijl de top excelleert in het omgekeerde. Enron was zo een mooi staaltje van hoe een beperkte groep aan de top mekaar zo lang kan bepraten dat voor hen een rechthoekige drol op een klomp goud begint te lijken. Er is een mooie naam voor dit fenomeen. Een naam is echter te vaak een eerste vorm van excuus. Geen excuses hier, geef ze 40 jaar dwangarbeid.

Waarom witteboordcriminelen zo bepamperen? Alsof ze voorheen zo belangrijk waren voor de maatschappij. Ze bezitten alleen zoveel achtergrondkennis dat ze wel ergens van dienst kunnen gaan. Genre van 'de grootste oplichters worden de beste belastingscontroleurs'. Ik vind dat er geen sprake mag zijn van gratie. Ze spelen met het geld van de mensen, en bovenal met hun vertrouwen. Hoe kan je immers als grote bank (of staat) burgerlijke gehoorzaamheid verwachten als ge uw mensen langs achter sjarelt? Tja. 't Is zo. Wat gaat ge eraan doen...

Niks, inderdaad. Het grappige aan democratie is dat het u een ongewenst schuldgevoel geeft. Als je in volle vertrouwen op iemand stemt die later in ambt treedt en het volledig verknoeit, dan is het nog eens uw fout ook. 'Jij had maar moeten weten dat...' Schitterend! Vandaar dat ik weigerachtig sta tegenover in de politiek gaan. Je kan nooit voor iedereen goed doen. Je kán dat doen, maar niet iedereen kan of wil dat inzien. Dan blijf ik liever een gefrustreerde idealist dan een door stress aangevreten idealist. Klinkt vreselijk flauw. Kan me geen zak schelen. Waar ik wel op let, is dat ik niet te veel commentaar geef op die door stress aangevreten idealisten.

Nieuwsupdate: honderden slagers te kort. Dit is het meest alarmerende bericht dat ik in maanden gehoord heb. Waar ga ik binnenkort naartoe moeten voor een schoon stukske vlees? Aargh. Ik zie de vrolijke aanwervingscampagnes al voor mij, zo net tussen nieuws en weerbericht. Een knappe vrouw die in een handomdraai een varken uitbeent, onder de noemer 'Belgische slagers blijven verbazen'. Of het zoveelste leuke varkentje in een latex pakje dat smeekt om gestraft te worden door een professional. Nog zoiets. Die varkensvleesreclame is subliem. Alsof die diertjes met een glimlach een cotelette of twee afstaan. Bij deze pleit ik dan ook voor een meer eufemistische naam voor het slagersberoep, zoals 'vleesverstrekker' of 'bambibuddy'. Want dat vlees, dat komt gelukkig uit de lucht vallen of wordt geplukt van de vleesboom die maar al te blij is dat je hem van zijn zware last verlicht.

Eufemismen... Het zijn zweren op de maatschappij. De mooiste is toch 'friendly fire', ofte 'vriendelijk vuur'. Het nogal stom afgeschoten worden door iemand van uw eigen leger. In de brief naar de ouders staat dan een grote, omfloerste 'sorry', en een aanbieding voor psychologische bijstand, een nog overtreffendere trap van 'sorry'. Ze zouden een film moeten maken over 'Casper, The Friendly Fire'. Een lief klein kogeltje dan de hele wereld afreist, in het zog van het Amerikaanse leger, en overal per ongeluk soldaten doodt tot zijn eigen toenemende droefnis. Zijn typische, schattige verzuchting luidt dan 'Ow, shoot!'. Dan sussen de treurige soldaten het arme kogeltje: 'Don't worry, Casper, it's not your fault. It could happen to anyone. Now fuck off!' Gegarandeerd succes.

'There's no time to analyze, to thinks through', zingt Thom Yorke. Hier anders wel. Meer als tijd genoeg. Genoeg. Gnoeïg. 'Dat beest komt me nogal gnoeïg over'. 'The hour of the bewilderbeast' zou die kerel van Badly Drawn Boy zeggen. Niet onterecht. Ik kijk (al?) reikhalzend uit naar mijn broodje. Een procorn martino, dat wordt smullen. Daarna drink ik een slokje, neem een appel mee en sjok opnieuw naar mijn stoel. Het is een zeer bizarre uithoudingsproef aan het worden...

Straks nog een mooie ondersteunende vraag voor mijn thesis ontwerpen. In de trant van 'waarom kunnen Chinezen en Japanners mekaar niet luchten, ondanks het feit dat ze elkaars grootste handelspartner zijn? Het is alsof iemand elke dag naar de vleesverstrekker gaat en zegt: 'wat heb je daar een mooie cotelette liggen, gij stuk vleesverstrekker van mijn voeten. Geef mij er maar voor 500 gram, zielig hoopje mens.' 'Komt voor de bakker, overjaarse stinkzwam, dat is dan 15 Euro, alstublieft, gij achterlijke dweil.' 'Alstublieft, baarsbakkes.'

Het lijkt wel een nationale sport (langs beide kanten) om net dan als de relaties op hun best zijn, af te komen met dwaze negationistische uitspraken (Jp.) of georkestreerde protesten tegen Japanse bedrijven (Chn.). Het mooiste voorbeeld is de bezoeken aan de Yasukuni-schrijn van de Japanse premier. Onder die schrijn liggen duizenden brave soldaatjes begraven, alsook een vijftal zware oorlogsmisdadigers. Dit gebeurt al van in de jaren 60, en pas nu, vanaf de jaren 90, is dat een probleem. Dit is in gang gezet door Deng Xiaoping. Na Tienanmen (89) was er nood aan een nieuw nationaal bewustzijn. De 'glorierijke revolutie' lag al te ver in het geheugen. In de plaats daarvan kwam een nationalistische, vaak ook anti-Japanse gedachte naar boven, die op het slachtoffergevoel inspeelde. Die Japanse bezetting was eigenlijk nog ouder dan de revolutie, maar door de jarenlange vergetelheid en de propaganda in de schoolboeken sloeg het wel aan.

De Japanners zijn van hun kant even tegendraads. Ze slagen er in om in één dag zeer veel goed te maken en vervolgens dubbel en dik te verneuken. 'Sorry voor den oorlog,enzo', dan thuiskomen en in de krant zeggen 'Bwa, wat hebben we eigenlijk misdaan?'. Alsof er op die 1,4 miljard Chinezen geen één is die een mondje Japans kan.

Nu ga ik pas een boude uitspraak doen: qua politiek systeem is er in beide landen geen groot verschil. Als ge ziet, de LDP (Liberaal Democratische Partij) is sinds de machtsoverdracht van Amerika op één jaar na onafgebreoken aan de macht geweest. De CCP (Chinese Communistische Partij) is al even lang aan de macht. Verschil in beleid komt hoofdzakelijk uit beweging binnen die heersende fractie. In beide landen is het een kwestie om het hele bureaucratische apparaat doorlopen te hebben. De verkiezingen in Japan zijn te voorspelbaar om er op te letten. Fukuda is van de meer China-vriendelijke tak van de partij, Hu Jintao is niet per se Japan-vriendelijk, maar is in het algemeen een rationele mens (nen ingenieur van opleiding). Voeg daar nog bij dat in beide landen een veel te omslachtige bureaucratie heerst, politiek en bedrijven een zeer sterke band hebben. De Li Li in de straat mag niet over politiek praten, de Taro Yamamoto in de straat wil niet over politiek praten, want de verkeizingen maken amper iets uit. Wat je natuurlijk wel ziet in Japan, is dat als de LDP onder druk komt te staan, ze hun beleid gaan aanpassen. De CCP kent amper druk.

Maar daar gaat mijn thesis eigenlijk niet over...